Eerste stappen op eigen grond

Ecohuis, Het Groene Paradijs, Sarieswereld

Het is een heldere koude dag in januari. De zon is net bezig om achter de heuvels te verdwijnen wanneer we het laatste stukje over de bochtige boerenweggetjes rijden. Links en rechts rollende heuvels. Een gouden winter-landschap bezaaid met schapen en houten hekjes glijdt aan ons voorbij. De kastanjes en walnootbomen zijn nog kaal, maar varens, dennenbos en bemoste eiken geven het landschap een groen begroeid uiterlijk in het oranje avondlicht.

Na wat speurwerk vinden we de locatie van het stuk land dat we morgen samen met de makelaar gaan bezichtigen. Of het helemaal de bedoeling is weten we niet, maar we nemen zelf alvast een kijkje.
De advertentie speekt over ‘gelaagde terrasjes’, een oude wijnschuur en een bron. Op de bijgevoegde foto is niet veel meer te zien dan een stuk gras en een paar boomtoppen tegen een grijze lucht.
Typisch Frans.

Bijna extatisch en lichtelijk onderkoeld keren we anderhalf uur later terug naar de camper. We zijn verliefd, verkocht, als een blok gevallen voor deze plek!
Heel voorzichtig spreken we het naar elkaar uit. We grijnzen de hele nacht, onder een dikke stapel dekens en met drie katten aan het voeteneind.

De volgende ochtend keren we terug met Ingrid, onze contactpersoon bij de makelaar, die zich uiterst inspant om in ons gebrekkige Frans te communiceren. Er komt wat gebarentaal en Google Translate aan te pas.
Hoewel we eigenlijk ‘alleen maar even willen kijken’, bespreken we op het kleine kantoortje eerst onze wensen en budget. Vervolgens neemt Ingrid ons met een map vol papieren mee de heuvels in.
De advertentie belooft ons een fantastisch uitzicht, maar op deze bewolkte dag verdwijnt de wereld daarboven in dichte mist. We verzwijgen dat we het uitzicht gisteren al op eigen houtje bewonderd hebben.

Vol overtuiging spelen we onze verrassing, struinen wat rond op het land en laten ons daarna meenemen naar nog een aantal andere opties die binnen ons wensenlijstje zouden moeten passen.
Het tweede stuk land bevindt zich even verderop in de straat en is zo dicht begroeid met bramen dat Ingrid op de straat blijft staan, en wij ons nauwelijks vijf meter van de ingang naar binnen weten te werken.
Het derde stuk is een klein lapje op de kruising van twee wegen in het dorp. Piepklein en reteduur, maar, zo verzekert Ingrid ons trots : heel plat! En, tja, dat komt in deze heuvelachtige buurt niet zoveel voor.



Tijdens de lunch in de camper (koekenpan-tosti’s met cheddar en salami) bespreken we alle opties nog eens na. Dit is misschien de 4e locatie waar we stukken land bezichtigen. Een paar weken eerder vielen we bíjna voor een lapje land in een regio ten Noord-Westen van hier. Iets hield ons tegen. Een onderbuikgevoel. Het was het nét niet.

Op de mountainbikes beklimmen we later die middag opnieuw de heuvel. En dalen we nogmaals te voet de steile helling af. Een schijnbaar eindeloos zigzaggend hertenpad met een dikke laag mos. Oude eiken en helemaal aan het eind van het pad een klein vervallen schuurtje. Ik zie kansen voor een bos-atelier en maak alvast plannen voor een raam in het ingestorte dak. We zien massa’s potentie voor dit land en dromen van kamperen in hangmatten in ons eigen bos. Onze buurman is een ezel (een echte, niet bij wijze van spreken) en in het bos bovenaan de heuvel liggen stapels afgedankte autobanden klaar. Alsof dit land al die tijd al wachtte op ons earthship.

Toch bespeuren we ook een aantal imperfecties. Het platte bebouwbare stukje land bovenop de berg is klein. Echt klein. Ons ecohuis zou hier maar nét passen, en ingeklemd staan tussen overschaduwend bos enerzijds en een buurman (niet die ezel) met indrukwekkend blaffende herdershond en vele autowrakken in de tuin anderszijds.
Heel Frans. Maar misschien niet optimaal.

Maar oh… die groene helling. Het bos. Het mos. De omgeving. De liefde is nog lang niet bekoeld.
Het beschikbare kavel loopt in een smalle strook door tot helemaal onderaan in de vallei. Daar vinden we een wandelpad dat we besluiten te volgen.
De route leidt door een wild begroeid bos vol varens, met een klein stroompje op het diepste punt, omhelsd door groene heuvels aan weerszijden.
Op enig moment besluiten we van het pad af te wijken en de heuvel naar boven te beklimmen, daar waar we denken dat het tweede stuk land dat we vanmorgen bezichtigden ongeveer zou moeten liggen.



Via prikkeldraad bereiken we wat zich aan de andere kant van de torenhoge bramen bevindt: oude eiken, heel veel jeneverbessen, dennenbomen en een paar verdwaalde berkjes. De grond lijkt hier wat droger en de begroeing prikkeliger. We vinden een paar oude muurtjes en, eenmaal boven aangekomen, een uitgestrekt stuk grasland en adembenemend uitzicht.

Onverwacht vinkt dit land (bijna) alle vakjes af; ruim genoeg voor ecohuis en moestuin, zonovergoten en met een eigen stuk bos. Een prachtige natuurrijke omgeving waarin we ons allebei gelukkig voelen, ‘afgelegen’ maar met winkels en werkgelegenheid nabij.
Iets boven budget maar volgens Ingrid valt daarover te onderhandelen.

We wikken en wegen. Durven we het aan om deze prikkerige wildernis om te zetten naar een leefbaar stuk natuur? Is het land te schuin? Kan je daar wel op werken met een graafmachine? Hoever reikt ons budget en wat betekent dit voor het blijven leven en reizen in onze geliefde camper Brutus?

Het kriebelt. We zijn enthousiast.
En beiden ook doodsbang.

Gaan we dit echt doen?

Deel 1 gemist? Lees hier over Het begin – of eigenlijk nog daarvoor.


Na drie jaar sparen en plannen, vertrokken we in 2018 in onze camper Brutus – het avontuur tegemoet.
We waren ervan overtuigd dat het leven anders moest kunnen – trager, groener, gelukkiger – en namen de proef op de som.
Nog eens drie jaar later verhuisden we naar ons eigen stukje wild land op een heuveltop in de Franse Corrèze. Daar groeien nu de eerste appelbomen, doen we de afwas met regenwater en komt (bijna) al onze stroom van de zon.


Lees hier meer over de bouw van ons ecohuis
of volg mijn avonturen op weg naar groen geluk via

Liefs!
Sarie



Het begin – of eigenlijk nog daarvoor

Camperleven, Ecohuis, Het Groene Paradijs, Sarieswereld

Wanneer ik mijn kruiden te drogen hang in de badkamer van de camper (een portapotty, en een douche die we nooit gebruiken omdat we liever buiten een beekje opzoeken), realiseer ik me voor het eerst dat ik verlang naar een vaste woonplek.

Verlangen is niet helemaal het goede woord. Ik geniet intens van de afwisseling en het avontuur dat het nomadenleven me brengt. Maar door zoiets simpels als het te drogen hangen van mijn versgeplukte takjes sint-janskruid, besef ik me dat duurzaam leven misschien makkelijker is vanuit een vaste uitvalsbasis.



Als ik meer ruimte had, en tijd, zou ik heel graag een grotere hoeveelheid wildgeplukt voedsel in willen maken. Ik zou eitjes van mijn eigen kippen willen rapen en fruit willen drogen in een houtgestookte oven. Ik wil bloemkolen laten groeien (want die vind je nou eenmaal niet zo vaak in het bos) en appels plukken zonder daarvoor over het hekje van een verwaarloosde en vergeten tuin te hoeven klimmen (hoe avontuurlijk dat ook is 😉).

Het liefst ging ik helemaal niet meer naar de supermarkt. Die felverlichte plek vol kunstmatig voedsel vormt steeds meer een inbreuk op de rust die ik in mijn lijf en hoofd ervaar.
Het water dat ik drink komt iets te vaak uit een fles, terwijl het met bakken uit de lucht valt en in de bergen schoon door de beekjes stroomt. Het camperleven blijft een afwisseling tussen vredige afzondering in de natuur, en terug de bewoonde wereld in om de voorraden weer aan te vullen.



Ik verlang naar MEER verbinding met de natuur. Meer dan alleen in de natuur aanwezig zijn. Meer dan elke dag genieten van mooie uitzichten en het opsnuiven van de frisse lucht. Meer dan wandelen en hier en daar wat kruiden, noten en bessen plukken.
Een echte verbintenis is tweezijdig.
Ik wil niet alleen nemen, ik wil de natuur iets terug kunnen geven.

En zo groeit het verlangen om opnieuw op een vaste plek te leven. Een plek ver weg van alle drukte. Een plek vol groen en ruimte. Een plek waar we regenwater kunnen opslaan en zonnepanelen kunnen plaatsen. Waar we groenten en fruit en noten kunnen laten groeien. Waar we ons huis kunnen verwarmen met sprokkelhout en zelf zorg dragen voor het recyclen van ons afval.
Waar ik zelf geitenkaas maak en brood bak, en de eenden de slakken weghouden uit de moestuin.

Een samenwerking met de natuur, om het paradijs te creëren.

Lees verder in deel 2 : Eerste stappen op eigen grond.


Na drie jaar sparen en plannen, vertrokken we in 2018 in onze camper Brutus – het avontuur tegemoet.
We waren ervan overtuigd dat het leven anders moest kunnen – trager, groener, gelukkiger – en namen de proef op de som.
Nog eens drie jaar later verhuisden we naar ons eigen stukje wild land op een heuveltop in de Franse Corrèze. Daar groeien nu de eerste bloemkolen, doen we de afwas met regenwater en komt (bijna) al onze stroom van de zon.

Lees hier meer over de bouw van ons ecohuis
of volg mijn avonturen op weg naar groen geluk via

Liefs!
Sarie