Ode aan de herfst

Persoonlijke ontwikkeling, Sarieswereld

Om kwart over 11 parkeer ik bij Evelien in de straat. Te laat, maar zij wacht nog tot er een koelkast bezorgd wordt, dus het geeft niet. Een beetje warrig en vol is mijn hoofd. Met nieuwe plannen, onafgemaakte ideeën en hoge verwachtingen.
Vanmorgen had ik zelfs een beetje buikpijn. Alsof ik zenuwachtig was voor onze afspraak. Haha.
We gaan gewoon een eindje wandelen. Evelien maakt wat foto’s. Ik ben gewoon ik.
Toch besteedde ik een verwarrende hoeveelheid aandacht aan mijn kledingkeuze vandaag. Het werden een rood shirt en mijn bloemetjeslegging. Kleurt lekker matchend met mijn herfstige Instagramfeed.  

Op de foto gaan vind ik niet zo spannend. Wandelen met Evelien ook niet. Wat houdt me dan zo bezig dat ik me deze dag niet écht kan ontspannen? Tot het moment van vertrek houd ik me bezig met de vraag wáár ik Evelien mee naartoe neem om te wandelen. Mijn hart wil naar de Veluwe. Ik was daar gisteren nog en het bos was er prachtig. Honderd kilometer rijden is niet héél ver, maar misschien toch een beetje overdreven voor een middagje. Ik besluit dat het allemaal niet zo ingewikkeld hoeft. Hier is ook gewoon goed. Een park in plaats van een bos – als we maar in de natuur zijn. Dankbaar voor wat we hier dichtbij aan landgoederen hebben. Met prachtige eeuwenoude eikenlanen en torenhoge beuken.
De herfst is overal betoverend.

Eenmaal aan de wandel raken we aan de praat over mijn herfst-thema : Loslaten. Evelien overvalt me een beetje met de vraag of ik dit seizoen nog meer loslaat dan mijn baan in loondienst. Ik weet het even niet. Ik heb het gevoel dat er al jaren zoveel blaadjes en laagjes van me afvliegen dat ik er nog niet eens heel erg bij stil heb gestaan wat er dit seizoen specifiek losgelaten mag worden.
Evelien begrijpt mij als (bijna) geen ander wanneer ik het heb over het ervaren van het ‘échte’ leven, het pure bestaan, het in contact zijn met de wereld, en dat zich dat in mijn believing afspeelt op de plekken waar zelden een mens te bekennen is. In de natuur, in de levendige rust van het bos, in de brute kracht van de storm, in de onbeweeglijke stilte van een perfect spiegelend wateroppervlak. In het wild, daar waar je kwetsbaar bent en vrij. Daar waar je alle assumpties over wie je zou moeten zijn – loslaat.

Mijn ultieme wens – om het leven te léven in verbinding met de natuur, heeft al een flinke stapel belemmerende overtuigingen de kop in gedrukt. De deur uit met alle zekerheden, met afhankelijkheid en schijnveiligheid. Ik hecht geen waarde meer aan status, looks (eh, behalve vandaag even dan, he), materiële zaken of sociale normen. Slechts figmenten van hoe mooi het leven het kan zijn.
Een beetje gekscherend zeg ik al wandelend dat er een ‘verkeerde’ manier is van naar de wereld kijken. De manier waarbij mensen de essentie van het leven (de natuur) ontkennen en hun leven spenderen in de houdgreep van betonnen muren, schermen en zelfbedachte regeltjes.
Evelien merkt scherp op dat de meeste mensen het niet zozeer verkeerd zien – maar dat ze het gewoon niét zien. De wereld is blind voor hoe prachtig ze is.

Ik vind het fijn, om deze blik op het leven te kunnen delen. Om in contact te zijn met mensen die zich net zo intens verbonden voelen met de natuur als ik. En niet voor de eerste keer bedenk ik me; áls ik een missie heb in het leven dan moet het zijn om deze mensen te vinden. Om hen te helpen de ogen te openen voor wat ze diep in hun hart misschien al voelen. Om ons samen te verwonderen over de schoonheid van de wereld en te delen in een intens diepe dankbaarheid voor het leven.

Of ik nog iets ging loslaten, vroeg Evelien me dus. Er komen eigenlijk alleen een hoop zaken naar boven die ik wel had wíllen loslaten, maar waar ik toch aan vastgehouden heb. Het allerliefste wilde ik dit seizoen gewoon even niets. Heel intens de herfst ervaren. Buiten zijn. Bakken, naaien. Knusse dingen doen en de natuur in. Niet-werken. Het is een heel consistent thema in mijn leven; ik wil helemaal niet werken.
Ik ben niet lui of naïef (dat laatste misschien een beetje – ik geloof ten slotte nog altijd in de goedheid van de mens). Maar de afstand tussen investering en beloning in deze maatschappij is me simpelweg véél te groot.
Het leven is mijn kostbaarste ‘bezit’. Mijn tijd ergens aan spenderen (besteden, uitgeven!) is dus iets waar ik heel bewust mee omga. Mezelf mijn tijd in de natuur ontzeggen om hard te werken en geld oppotten voor later? Niet mijn stijl. Wat als ik later dood ben? Of wat als er later ook weer een later is? Als je wil léven, moet je leven. Nu. Niet later.
I’m alive!

Ja. Dit is wat ik heel sterk voel dit seizoen. Ik leef! En welke-god-dan-ook, wat ben ik dankbaar! Een beetje verbaasd is Evelien wel wanneer ik uit dat ik toch echt best wel tevreden ben met mijn leven. Ik geef immers graag af op de stad met al haar herrie en uitlaatgassen. Op Nederland met haar spaarzame stukjes groen en op de maatschappij met haar honderdduizend eisen, verwachtingen en regels. Ik werk aan mijn droom, en ik zou niet willen leven zonder dromen, maar ik heb ook iets heel belangrijks losgelaten;
het idee dat mijn leven pas compleet is na het realiseren van die droom. Ik heb het weg laten vliegen als een blaadje op de wind. Het leven is goed zo. Zo goed! En dat het nog mooier kan is slechts een cadeautje. Een bonusje. De kers op de Aarde.

Ergens laat ik vallen dat ik misschien wel een beetje ‘klaar’ ben met mijn baan als illustrator (ik schrik er zelf een beetje van!) en dat ik meer en meer neig naar een vorm van ‘werk’ waarbij ik zoveel mogelijk tijd buiten door kan brengen. Daar waar ik voel dat ik leef, waar ik omringd ben door leven, waar het leven plaatsvindt. Ik wil niet zo ver gaan om te zeggen dat elk uur dat ik tussen vier muren doorbreng een verloren uur is, maar ik ben zeker niet van plan te investeren in een levensstijl die me meer naar binnen trekt dan naar buiten. En illustreren gaaat me nu eenmaal makkelijker af binnen aan een tafel dan op een boomstam in het bos.

Vervolgens zegt Evelien iets wat me aan het denken zet. Iets over ‘de natuur naar binnen brengen’ en dat wij (Bas en ik) dat zo goed doen. Ja, dat klopt wel – wij leven inderdaad op 23m2 boshut. En mijn visie voor in Frankrijk (wanneer we daar eenmaal ons ecohuis gebouwd hebben) is toevallig ook om toffe meubelstukken en andere natuur-kunstwerkjes te creëren met bosvondsten. Waarom niet nu alvast beginnen? Maar dan zegt Evelien nog iets anders. “Ik bedoel niet alleen naar binnen, maar ook naar bínnen” en ze klopt met een vlakke hand op haar hart.

Naar binnen.
Ik mag je uitnodigen de natuur binnen te laten. Je ogen te openen en de wereld binnen te laten stromen. Ik wil je inspireren meer tijd in de natuur door te brengen omdat ik wéét dat je dan zal voelen wat ik voel. Wanneer je je openstelt voor het leven zie je hoeveel schoonheid er is in eenvoud. Hoe simpel en tegelijk complex ieder natuurlijk fenomeen zich voor je ogen voltrekt. Hoe wonderlijk de wereld is en hoezeer je er thuis bent.

Dát wil ik ervaren. En dát wil ik met je delen.
Al het overige zou ik willen loslaten. Ik wil me laten vallen en alleen nog aandacht geven aan datgeen wat mijn hart tot over de rand vult met dankbaarheid voor het leven.
Maar ik vind het eng. Doodeng.
Het lukt me nog niet en dat geeft niet.

Dat het moet mag ik loslaten.

Maar dat het kán laat mij niet meer los.

En met dat besef daalt alle chaos neer, als een boom die in één zucht al zijn bladeren loslaat.



P.S. Elk seizoen wandel ik met Evelien (www.evelienopweg.nl).
Ze neemt me mee in wat er op dat moment voor mij speelt, spiegelt me en stelt rake vragen over hoe ik mijn plek in de wereld ervaar. De wandeling is ongedwongen, en de foto’s neemt ze vaak haast ongemerkt. Elk seizoen kom ik thuis met nieuwe inzichten en nieuwe vragen, en puzzelstukjes die ineens hun plek lijken te vinden in het grotere geheel.
Wanneer ik de foto’s terugkijk verbaas ik me; ben ik dat? Ja! Dit ben ik, helemaal. Dit is méér ‘ik’ dan wanneer ik in de spiegel kijk. Meer ik dan hoe ik mezelf voorstel. Dit ben ik zoals ik vandaag in de wereld sta. Ieder seizoen zie ik een verandering in mij, zie ik dat ik een stukje verder ben op mijn reis. Bijzonder.

Wanneer Evelien een wat ‘bewuster’ fotomoment inlast word ik ineens onzeker. Hoe moet ik me een houding geven? Wat moet ik doen? Wat wil ik uitstralen, wie ben ik eigenlijk? Waar laat ik die arm? “Niet zo achter je rug, Sarie, dat ziet er een beetje gek uit”.
En toch, ook de onzekerheid in mijn ogen, terug te zien op de foto, vertelt het verhaal van wie ik ben. Ik zie hoe ik zoekende ben. En ik zie ook hoe alles in mijn gezicht verandert wanneer ik even mijn ogen sluit, diep inadem, gek met mijn armen zwaai en weer terugkom bij wie ik van binnen ben. Zónder na te denken over hoe dat er aan de buitenkant uitziet.

Ik ben het allemaal en het is een waardevolle spiegel om mezelf zo te mogen zien.

Wil jij ook een keer wandelen met Evelien (mét of zonder foto), dan vind je in het Fall-journal een fijne kortingsbon.
Ik kan het je alleen maar aanraden!